Brand . . .
Om 14.00 uur kwam schrijver deze thuis van zijn dagelijkse werkzaamheden; mijn bevallige voordeurdeelster was niet thuis, dus dan maar met een washandje! Vervolgens snel de auto in en naar Urk; normaliter duurt de reis zo’n 60 minuten,
doch deze keer kwamen we nogal wat strubbelingen tegen.
Ten eerste was er een brug, die vrij lang open stond en toen ik het gaspedaal weer
kon indrukken, reed ik zo maar een file in. De nodige hulpdiensten kwamen via de vluchtstrook voorbij geraasd; och vreselijkeen ongeluk.
Nou ja, maar rustig blijven; na een half uur kon ik mijn weg weer vervolgen; het oponthoud bleek te zijn veroorzaakt door een uitgebrande auto. Uit ervaring weet ik dat zoiets vaak ‘een teken’ is!
Om half 4 (15.30 uur) stapte ik dan eindelijk Het Achterhuis binnen; ik had me voorgenomen om vooral niet de speelzaal te gaan betreden, ik zal u uitleggen waarom.
In mijn vorig schrijven op deze site (Emoties . . .), heb ik u proberen mee te nemen in de wereld van de dammer tijdens een partij; hun lichaamstaal, houding, doen en laten, buiten het daadwerkelijk uitvoeren van de zetten om. Op zich weleens leuk misschien, zo’n inkijkje, maar wanneer je zoiets opschrijft bekruipt sommige sporters (dammers zeker) ook vaak een unheimisch gevoel. Je treedt namelijk hun comfortzone binnen; ongevraagd nog wel(!); sommigen voelen zich bespied (maar dat hoort bij het topsporter zijn), sommige voelen zich betrapt, in hun kruis getast!
Dat laatste is natuurlijk figuurlijk bedoeld, stelt u het zich vooral niet letterlijk voor; is geen fraai gezicht. Misschien gaan die dammers zich wel anders voordoen, wanneer ik de speelzaal betreed en ik zou het niet over mijn hart kunnen verkrijgen, dat ik topsporters tijdens een wedstrijd ‘uit hun doen haal’!
Dus dan maar niet de speelzaal betreden, zo nam ik me voor.
Teken . . .
Dan maar direct naar de zaal waar connaisseur Oudshoorn dagelijks zijn ongeëvenaarde\one man show opvoert; dát ging echter niet door. Op mijn weg naar Oudshoorns domein werd mijn aandacht getrokken door een groepje driftig zwaaiende mannen; dichterbij gekomen bleek het om de heren van Stichting Aanzet te gaan, ze moesten me even met spreken. Wat bleek(?); Waldo Aliar had die ochtend lichtelijk onthutst de heren gebeld, met de boodschap dat zijn auto in de buurt van Almere de geest had gegeven en hij wist niet zeker of hij wel op tijd in de speelzaal zou kunnen zijn. Nu hapert het goddelijke lichaam van Aliar (ja Waldo, boeddha is ook een god!) zo nu en dan enigszins, dus wilde men hem niet overstuur maken, dus met: “Waldo, we regelen het wel met de scheidsrechter en jouw tegenstander (Van Berkel), maak je vooral geen zorgen” probeerde men hem gerust te stellen. De hulpdiensten kregen de auto van Aliar vrij vlot aan de praat en het leek er toen
op, dat hij precies op tijd in Urk zou zijn; dat gebeurde inderdaad, maar . . .! Bij het inrijden van het voormalig eiland sloegen de vlammen plotseling uit de auto van Waldo(!); ‘het teken’ had toegeslagen!!
Nou ja, brand geblust; Aliar opgehaald en dammen.
Helpers weg, vijfde ronde
Laten we maar direct beginnen met de partij van Waldo Aliar (met zwart) tegen Anton Van Berkel. Al snel kwamen er ‘klassieke structuren’ (uitdrukking van Macodou NDiaye trouwens) op het bord, hetgeen inhoudt dat de stellingen van beide spelers vrij symmetrisch en evenwichtig tegenover elkaar staan (geen voordeel voor beide). Op de 29ste zet besloot Van Berkel, dat het tijd was om ‘oorlog te gaan maken in het strafschopgebied’; hij nam een ruilvariant richting korte vleugel van Aliar. Een viertal zetten later kwam Aliar met het vreemd ogende 33. 7-11; ik weet natuurlijk niet of Anton toen dacht dat Waldo bezweek (blunderde), vanwege 34. 21-16.
Echter de laatste zet werd gecounterd met het venijnige 24-29(!), waarmee Aliar een doorbraak forceerde. Na dit verrassende changement werd echter ook snel duidelijk, dat de partij in remise zou eindigen, wat ook daadwerkelijk gebeurde. Gezien de hele voorgeschiedenis zal Aliar wel blij zijn met de vlotte puntendeling; in de brand, uit de brand (maar die zag u al van verre aankomen, naar ik aanneem).
Van Berkel-Aliar 1-1.
Zeer opmerkelijk
Dit Nederlands kampioenschap kenmerkt zich tot nu toe door opmerkelijke verhalen; gebeurtenissen op het bord! Het is gewoon niet mogelijk om alles te beschrijven, maar één partij moet verteld worden: Jitse Slump – Alexander Baliakin. In eerst instantie is er totaal niets aan de hand, de partij oogt eerder saai (gesloten klassiek); de computer geeft een evenwichtige (strakke) lijn aan. Dan speelt Slump op de 22ste zet 33-28; een (op dit niveau) geweldige blunder! Maar . . . Baliakin ziet de winnende doorbraak niet(!!) en speelt een rustige positie-zet. Echter, het verhaal is nog niet afgelopen; normaal wordt er daarna rustig doorgespeeld, maar Jitse had de winst voor Alexander wel gezien en nadat de laatste rustig had voortgezet, zei hij: “Je had een winnende combinatie kunnen nemen”!!!
Volgens overlevering verschoot Alexander van kleur (ik was immers niet in de speelzaal):
Jongeheer Slump,
Uw zojuist beschreven actie is, op hoog niveau, ‘not done’/onacceptabel/vileine!
U hebt daardoor uw superioriteit ten opzichte van uw tegenstander geëtaleerd (ik zag het lekker wel, jij niet!).
Uw reactie op de blunder (op uw blunder!) van de heer Baliakin, is er één van het niveau ‘liefhebber’, men mag toch aannemen dat u zichzelf intussen hoger inschaalt!
Uw leeftijd speelt op dit niveau geen rol, dus het “ach, hij is ook nog zo jong” staat gelijk aan uw aardse leeftijd; vergeet niet jongeheer Slump, dat uw damleeftijd reeds vele decennia verder is!
Pater Nalisme
De partij werd uiteindelijk toch nog gewonnen door Baliakin, maar om dát verhaal (want dat is het; zie het ‘uitslaan’ van de computer) nu ook nog te vertellen, dan zouden we nog uren in de weer zijn en daar hebben we zo langzamerhand de kracht niet meer voor. Slump-Baliakin 0-2.
Minder sensationeel
Het wordt zo langzamerhand tijd om er een eind aan te breien; misschien een partij met een ‘korter’ verhaal, maar die zijn in dit toernooi op de ‘vingers van één hand’ te tellen! Ah, hier kunnen we kort over zijn: Wouter Sipma – Ben Provoost. Beide spelers moeten eigenlijk op zoek naar een broodnodige overwinning, dat werd het niet: Sipma-Provoost 1-1+.
Meer hebben we niet kunnen achterhalen; het elektronische bord weigerde dienst, dus klaar.
Ron Heusdens tegen Hein Meijer.
Ook weer niet alledaags; Meijer (volgens Oudshoorn) is een liefhebber van ‘bijna verloren standen’ de remisehaven binnen te loodsen. Heusdens is (volgens dezelfde Oudshoorn) liefhebber van wild-west-taferelen op het dambord, dus . . ., nou nee! Hein zocht direct de aanval, Ron moest verdedigen; het werd een spannende partij. Oudshoorn (ja, hij weer) het publiek probeerde duidelijk te maken dat het er voor
Meijer steeds beter uit ging zien. Maar ja, “wat Hein kan (taai verdedigen), kan ik ook” zal Ron hebben gedacht; of nee, “wat Hein kan, kan ik beter” dát zal Ron hebben gedacht!
In ieder geval, de partij eindigde zoals die begon, gelijkwaardig. Heusdens-Meijer 1-1.
Auke Scholma had ongetwijfeld de partij tegen Nico Knoops willen gebruiken om zijn blazoen wat op te poetsen, maar Knoops is de ontdekking van dit toernooi, hij laat zich van zijn beste kant wil laten zien. Die ‘beste kant’ laat Nico bij voorkeur zien door onvervaard de aanval te kiezen en dus leek Auke het te moeten hebben van omsingelende activiteiten. In de partij is daar (voor Auke) niets van terecht gekomen; nadat het spelbeeld compleet veranderd was, leek Scholma dan toch voordeel te krijgen, maar anders dan dat sommige computerprogramma’s ons wilden doen geloven, heeft hij nooit echt concrete winstkansen gehad.
Voordat onze krachten helemaal wegvloeien: Knoops-Scholma 1-1.
Koud daar boven?
Klassementsleider Martijn van IJzendoorn moest het in deze ronde opnemen tegen Marino Barkel. De partij liet een aanvallende Barkel zien, op een gegeven ogenblik nam hij zijn aanvalsschijf (op 24) zelf terug. Na nog wat ruiltjes moesten beide de stand weer fatsoeneren; zo op het eerste oog ging de voorkeur uit naar die van Marino, maar ja, eigenlijk kun je als liefhebber niet fatsoenlijk oordelen. Want waar ik dacht, dat Van IJzendoorn er steeds minder voor kwam te staan, liet de jonge grootmeester zien, dat hij de stand naar zijn hand had gezet. Plotseling (althans voor de minder dambegaafden) ging er van alles dreigen voor Barkel; zijn stand werd steeds moeilijker hanteerbaar.
In het afspel liet Van IJzendoorn zien, dat hij ook het eindspel uitstekend beheerst; Barkel vluchtte nog even in een 4 om 1, maar liefhebbers weten, dat dat vaak voldoende is voor de winst (voor Martijn).
Van IJzendoorn-Barkel 2-0.
Door deze zege zit Martijn van IJzendoorn nog steeds moederziel alleen, hoog boven de rest, op de apenrots.
Knappe jongen die hem daar nog vanaf krijgt!
Morgen om 13.00 uur begint de zesde ronde!
Tjalling van den Bosch.