Schatkistbewaarder . . .
[:nl]Ens, 20 juni 2018, Tjalling van den Bosch
Meestal is de voorzitter van bijvoorbeeld een vereniging de sleutelfiguur binnen zo’n organisatie; in een stichting is echter de penningmeester de Grootvizier. Een stichting is een ‘rechtspersoon zonder winstoogmerk’ en dus is de man die op het oogmerk toeziet van eminent belang; hij dient zich dagelijksbezig te houden met de centen en dan met name met het ‘geen centen overhouden’! (“Wil jij ook een glaasje bier van de stichting?”; “Ja, dat lijkt mij een goed idee, daar heb ik goede verhalen over gehoord”.)
Zoals u weet is de organisatie van het Open Flevoland Damtoernooi in handen van stichting Aanzet. Gistermiddag zaten we gezellig aan de stamtafel in het Wapen van Ens; op een gegeven moment kwam de penningmeester van stichting Aanzet met een geldkistje aanzetten. Hij probeerde het open te krijgen (aan de stamtafel dus!); een hele rits sleutels werden één voor één in het sleutelgat gestoken, maar telkens bleef het deksel standvastig op haar plaats. De altijd opgeruimde penningmeester raakte danig uit zijn goede doen; de hele onweerverwachting van de komende maand werd opgezegd, maar het deksel bleef dienst weigeren. Een flex zou weleens de oplossing kunnen zijn meende hij, maar ja, waar haal je die nu weer vandaan?
Kokend van woede bonjourde de penningmeester op een gegeven moment het geldkistje terzijde; het kistje kwam trillend tot stilstand ter hoogte van een bekwaam iemand. De bekwame pakte één sleuteltje uit de grote bos, stak deze in het sleutelgat van het geldkistje en met een halve tegendraadse draai opende hij het heiligdom van de penningmeester. Een homerisch gebulder steeg op van de stamtafel; het moet tot in de speelzaal hoorbaar zijn geweest. De penningmeester propte vervolgens de inhoud van het geldkistje in z’n broekzakken en plantte het zware metalen ding vervolgens midden op de tafel; twee uur later stond het er nog! In een stichting is een goede penningmeester van eminent belang!
Voor de goede orde; de voorzitter van stichting Aanzet was niet aanwezig bij dit tafereel.
Topduel . . .
In het verslag van gisteren gaf ik aan dat de tussenstand na drie ronden op het moment van schrijven nog niet bekend was; welnu, het bleek dat de heren Meijer en Van der Pal de enige twee (van de 98 deelnemers) waren die nog geen punt verspeeld hadden. De paring voor de vierde ronde was dus duidelijk: Van der Pal – Meijer. Met recht kan men spreken van een topduel; alle ogen waren dan ook op dát bord bericht. Kenner van de schone damkunst Paul Oudshoorn vermaakte de toeschouwers tijdens de partij met de mogelijkheden en onmogelijkheden. Op een bepaald moment zag Oudshoorn kansen voor Meijer, “maar misschien zie ik iets over het hoofd” voegde hij er wijselijk aan toe. U moet begrijpen dat Meijer zich tot Oudshoorns vriendenschare mag rekenen, dus enig chauvinisme kan Paul misschien niet worden ontzegd! Hein Meijer De praktijk wees echter uit, dat de stand vrijwel de hele partij in evenwicht bleef; dit kwam mede door de enorme tijdsdruk, welke zich reeds na zo’n 25 zetten aandiende. Dammers zijn eigenlijk veredelde puzzelaars
en wanneer zij zich opgejaagd voelen, gaan ze eerder op zoek naar een zet die safe is, dan dat ze met diepgaande berekeningen proberen de ander af te troeven. Over het algemeen zijn de grootmeester en meesters niet te spreken over het door de internationale dambond (de FMJD) geadviseerde speeltempo van 45 zetten in 1½ uur, gevolgd door 30 minuten plus 30 seconden per zet. Morgen zullen we maar eens ons licht opsteken bij de liefhebbers; wat vinden zij van het gehanteerde speeltempo?
In ieder geval; Van der Pal en Meijer kozen eieren voor hun geld: Remise. Verder waren er in de top van het toernooi nauwelijks overwinningen te noteren, alleen Mbongo troefde Grotenhuis ten Harkel af en voegde zich daardoor bij het leidende tweetal.
Vriendschappen . . .
Naast het dammen op niveau, zijn er natuurlijk ook de liefhebbers die aan dit toernooi meedoen; ook zij strijden met de beste bedoelingen. Echter, waar het de liefhebbers ook om gaat, is het vinden van nieuwe, dan wel onderhouden van bestaande, vriendschappen: De strijders, zij komen van heinde en ver, niet alleen om de kamp aan te binden, maar ook om in het ‘nieuwe land’, rond het dambord, vriendschap te vinden. Morgen is er weer een (ongetwijfeld) helse dag voor de deelnemers; om 10.00 uur vangt de vijfde ronde aan, om 15.30 uur volgt dan de zesde ronde.[:en]Ens, 20 juni 2018, Tjalling van den Bosch
Meestal is de voorzitter van bijvoorbeeld een vereniging de sleutelfiguur binnen zo’n organisatie; in een stichting is echter de penningmeester de Grootvizier. Een stichting is een ‘rechtspersoon zonder winstoogmerk’ en dus is de man die op het oogmerk toeziet van eminent belang; hij dient zich dagelijksbezig te houden met de centen en dan met name met het ‘geen centen overhouden’! (“Wil jij ook een glaasje bier van de stichting?”; “Ja, dat lijkt mij een goed idee, daar heb ik goede verhalen over gehoord”.)
Zoals u weet is de organisatie van het Open Flevoland Damtoernooi in handen van stichting Aanzet. Gistermiddag zaten we gezellig aan de stamtafel in het Wapen van Ens; op een gegeven moment kwam de penningmeester van stichting Aanzet met een geldkistje aanzetten. Hij probeerde het open te krijgen (aan de stamtafel dus!); een hele rits sleutels werden één voor één in het sleutelgat gestoken, maar telkens bleef het deksel standvastig op haar plaats. De altijd opgeruimde penningmeester raakte danig uit zijn goede doen; de hele onweerverwachting van de komende maand werd opgezegd, maar het deksel bleef dienst weigeren. Een flex zou weleens de oplossing kunnen zijn meende hij, maar ja, waar haal je die nu weer vandaan?
Kokend van woede bonjourde de penningmeester op een gegeven moment het geldkistje terzijde; het kistje kwam trillend tot stilstand ter hoogte van een bekwaam iemand. De bekwame pakte één sleuteltje uit de grote bos, stak deze in het sleutelgat van het geldkistje en met een halve tegendraadse draai opende hij het heiligdom van de penningmeester. Een homerisch gebulder steeg op van de stamtafel; het moet tot in de speelzaal hoorbaar zijn geweest. De penningmeester propte vervolgens de inhoud van het geldkistje in z’n broekzakken en plantte het zware metalen ding vervolgens midden op de tafel; twee uur later stond het er nog! In een stichting is een goede penningmeester van eminent belang!
Voor de goede orde; de voorzitter van stichting Aanzet was niet aanwezig bij dit tafereel.
Topduel . . .
In het verslag van gisteren gaf ik aan dat de tussenstand na drie ronden op het moment van schrijven nog niet bekend was; welnu, het bleek dat de heren Meijer en Van der Pal de enige twee (van de 98 deelnemers) waren die nog geen punt verspeeld hadden. De paring voor de vierde ronde was dus duidelijk: Van der Pal – Meijer. Met recht kan men spreken van een topduel; alle ogen waren dan ook op dát bord bericht. Kenner van de schone damkunst Paul Oudshoorn vermaakte de toeschouwers tijdens de partij met de mogelijkheden en onmogelijkheden. Op een bepaald moment zag Oudshoorn kansen voor Meijer, “maar misschien zie ik iets over het hoofd” voegde hij er wijselijk aan toe. U moet begrijpen dat Meijer zich tot Oudshoorns vriendenschare mag rekenen, dus enig chauvinisme kan Paul misschien niet worden ontzegd! Hein Meijer De praktijk wees echter uit, dat de stand vrijwel de hele partij in evenwicht bleef; dit kwam mede door de enorme tijdsdruk, welke zich reeds na zo’n 25 zetten aandiende. Dammers zijn eigenlijk veredelde puzzelaars en
wanneer zij zich opgejaagd voelen, gaan ze eerder op zoek naar een zet die safe is, dan dat ze met diepgaande berekeningen proberen de ander af te troeven. Over het algemeen zijn de grootmeester en meesters niet te spreken over het door de internationale dambond (de FMJD) geadviseerde speeltempo van 45 zetten in 1½ uur, gevolgd door 30 minuten plus 30 seconden per zet. Morgen zullen we maar eens ons licht opsteken bij de liefhebbers; wat vinden zij van het gehanteerde speeltempo?
In ieder geval; Van der Pal en Meijer kozen eieren voor hun geld: Remise. Verder waren er in de top van het toernooi nauwelijks overwinningen te noteren, alleen Mbongo troefde Grotenhuis ten Harkel af en voegde zich daardoor bij het leidende tweetal.
Vriendschappen . . .
Naast het dammen op niveau, zijn er natuurlijk ook de liefhebbers die aan dit toernooi meedoen; ook zij strijden met de beste bedoelingen. Echter, waar het de liefhebbers ook om gaat, is het vinden van nieuwe, dan wel onderhouden van bestaande, vriendschappen: De strijders, zij komen van heinde en ver, niet alleen om de kamp aan te binden, maar ook om in het ‘nieuwe land’, rond het dambord, vriendschap te vinden. Morgen is er weer een (ongetwijfeld) helse dag voor de deelnemers; om 10.00 uur vangt de vijfde ronde aan, om 15.30 uur volgt dan de zesde ronde.[:]