Grootmeesters verdringen zich aan kop bij het NK

De kampioenskandidaten Baljakin, Groenendijk, Van IJzendoorn en Sipma leiden de dans bij het NK dammen, op de voet gevolgd door debutant Bart Terwel en favoriet Roel Boomstra, die nog zoekt naar het winnende ritme.

Door Bert Dollekamp

Jan Groenendijk

Jan Groenendijk

Na vijf van de dertien ronden begint het kaf zich te scheiden van het koren in de tiendaagse veldslag van het NK. Bij het volgen van dit proces helpt het, dat het veld overzichtelijk is verdeeld in zeven wereldtoppers en zeven dammers van meesterniveau.

Wie kampioen wil worden zal de benodigde zeges vooral moeten verzamelen in het potentiële rechterrijtje. Baljakin, Van IJzendoorn en Sipma deden dat al tweemaal op overtuigende wijze en liggen op schema. Maar een scalp van een grootmeester telt natuurlijk dubbel en dat lukte tot dusver alleen Jan Groenendijk, die gisteren Ron Heusdens in een klassiek middenspel het bos instuurde.


Groenendijk geldt sinds zijn jonge jaren als supertalent, met de laatste seconde van het WK van 2015 in Emmen, toen hij als 17-jarig broekje naast de wereldtitel greep, als meest memorabele moment. Pas in 2019 debuteerde hij in het NK en ook toen miste hij nipt de hoofdprijs. Anno 2021 lijkt Groenendijk een stuk evenwichtiger. Zijn partijopzet is realistisch, hij kiest zijn momenten en vermijdt als het even kan de vliegende tijdnood, waarop hij patent had. Onmiskenbaar is hier de hand van scheidend bondscoach Rob Clerc te zien, die zaterdag volkomen terecht door de bond in het zonnetje werd gezet.

Het moment was goed gekozen, want Clerc was daarna getuige van het topduel tussen Groenendijk en zijn oogappel van het eerste uur Roel Boomstra, die twee wereldtitels aan de samenwerking met de Zoetermeerder heeft overgehouden.

Hoewel van enig krachtsverschil met Groenendijk sinds de door Boomstra ruim gewonnen WK-match van 2016 nauwelijks meer sprake is, ging de Groninger na een originele afslag in de Keller-opening duidelijk aan de leiding. ,,Het was een mooie partij en net als tegen Heusdens en Van Berkel had ik een veelbelovende stand, maar ik kon het niet rond krijgen, ook omdat mijn tegenstanders zich prima verdedigden.”Het is klassieke dilemma van de topfavoriet, dat Boomstra parten speelt. Hij geldt als vrijwel onverslaanbaar, zodat veel opponenten de boot afhouden. Maar Boomstra ziet het liever positief. ,,Iedereen mag spelen wat ie wil en het is aan mij om toch kansen te creëren. En dat blijf ik de komende acht ronden gewoon proberen.”

Vandaag mag Boomstra meteen aan de bak. Eerst treft hij Alexander Baljakin, die zondag tegen Casper Remeijer weer eens een oogstrelend klassiek meesterwerk afleverde. In de avondronde staat de broedermoord met Wouter Sipma op het menu. In vier voorgaande finales trok Boomstra aan het langste eind. Maar meer dan ooit tevoren heeft Sipma nu goede papieren. Dit weekend klopte hij in een geweldig spektakel Bhiem Ramdien, schoof tegen Martijn van IJzendoorn vlot naar remise en was tegen de gevaarlijke Jitse Slump opnieuw dicht bij de winst. ,,We mogen niet klagen. Het is goed toeven in Kraggenburg, ik heb in elke partij mooi spel en ben nauwelijks in problemen geweest. Ik zie uit naar de rest van het toernooi.”

Dit vind je misschien ook leuk...